Deze eerste confrontatie met Afrika was voor mij een heel intense maar
ook een verwarrende ervaring. Gedurende 3 weken bezochten we verschillende
projecten in Burkina Faso.
Ik dacht:
ik schrijf Johan wanneer ik, hier in België teruggekomen ben en aan een aantal
mensen mijn verhaal heb gedaan over de reis. Dan weet ik misschien welke
indrukken zijn komen bovendrijven, maar het blijft moeilijk.
Als mensen mij vragen : "was
het leuk ?", kan ik niet zeggen : "ja".
Ik zeg dan dat we veel gezien
hebben,dat we veel mensen hebben ontmoet, dat we veel gepraat hebben, dat alles
super georganiseerd was, dat het gezelschap helemaal OK was, dat we geen
problemen gehad hebben (zoals ongelukjes, ziekte), we hebben ons ook niet
onwennig gevoeld in de contacten met de Burkinabe (behalve die ene keer op de
markt in Ouagadougou),
Maar zeggen
dat deze reis "leuk" was zou voor mij betekenen dat ik onverschillig
blijf voor de armoede waarin de mensen in Burkina leven.
Wat was verwarrend?
Mensen leven in armoede : geen elektriciteit, geen stromend water, geen
verharde wegen, geen riolering, geen gevarieerde voeding ... Mensen kunnen geen
toekomst opbouwen : er is net genoeg om te eten (of niet ?). Maar een beetje
geld verdienen om in een machine te investeren voor bvb de landbouw of in een
waterput, of in goed onderwijs voor de kinderen. Het zit er niet in.
Toch had ik
niet de indruk dat deze mensen ongelukkig waren. Ik had het hierover met
Marie-Claire in het dorp : iedereen heeft zijn plekje, zoekt zijn comfort in
kleine dingen.
Terwijl ik dit schrijf voel ik mij al
respectloos en denk ik aan een uitspraak van Berlusconi. Hij vond dat de mensen, die na een aardbeving
al maanden in tenten leefden, het nog niet zo slecht hadden, want dit was net
als "vakantie".
Ik denk dan: wil ik de realiteit niet zien? Wil
ik dit aanvaardbaar maken?
Wat was nog verwarrend?
Ik zocht de ganse tijd naar
verantwoordelijkheid.
Als men ons in het dorp de
"diguettes" en "de waterreservoirs" toonde, dacht ik :
"waarom doet men dit niet al jaren?"
Als men het had over de ongelijke taakverdeling
tussen mannen en vrouwen, over respect voor lokale chefs, over geloof en
bijgeloof,... dacht ik dat als niet afgeweken wordt van deze tradities,
vooruitgang heel moeilijk is.
De aanwezigheid van de talrijke
buitenlandse hulporganisaties is ook zo iets.
Telkens we een project bezochten zagen we een
beetje "vooruitgang, toekomstperspectief, solidariteit, samen werken in
groep, hoop"
Maar dan
zagen we ook dat heel wat dingen mank liepen: de kapotte persen in het
zeepfabriekje en de parabolen als alternatief voor houtvuurtjes die niet
verkocht raakten, het slecht onderhouden van het gemeenschapshuis in Boulzoma, projecten
die eigenlijk afhankelijk waren van het buitenland voor de afzetvan hun
producten.
Alles is niet zo efficiënt als men
zou willen! Heeft dit te maken met ons Westers ongeduld, onvoldoende
betrokkenheid van de Burkinabe of onvoldoende rekening houden met de
plaatselijke behoeftes, denkpatronen, prioriteiten. Af en toe vond ik het ook gênant
hoe afhankelijk van buitenlandse hulp sommige Burkinabe zich opstelden.
Daarnaast
vraag ik mij af hoe al die kleine projectjes opwegen tegen het gebrek aan
"landelijke" projecten.
En dan de belangrijkste
verantwoordelijken in dit alles: de Burkinese staat. Zijn de middelen er echt
niet? Blijkbaar had het experiment met Sankara toch een aantal concrete
resultaten. We zagen ongehoorde rijkdom in "Ouaga 2000", maar verder
niet echt.
Wat is de internationale verantwoordelijkheid?
Als ik er met mijn Congolese collega over praatte had hij het over de
onlogische opdeling van de landen in Afrika: sommige landen hebben veel
natuurlijke rijkdommen en net aan hun grenzen liggen landen die helemaal geen
natuurlijke rijkdommen hebben. Hoe komt dit? Het heeft niets te maken met de
woonplaats van verschillende volkeren, want die zijn meestal verspreid over de
grenzen heen van verschillende landen, wat ook tot conflicten leidt.
Nog een uitspraak van mijn collega :
hoe is het mogelijk dat mijn moeder van 70j perfect frans kan lezen en
schrijven en mijn neef van 20j analfabeet is ? Volgens hem zijn de Congolezen
hiervoor volledig verantwoordelijk: corruptie, onkunde, weigeren technische
steun vanuit het Westen omwille van misplaatst eergevoel.
Oei, oei, waartoe leidt deze gedachtegang
mij? Ik ben een leek in gans deze problematiek ... ik ben er in het verleden al
mee bezig geweest, maar weet toch bitter weinig.
En dat
leidt mij naar een volgende verwarrende gedachte : waar is de deskundigheid van
al het ontwikkelingswerk?
Kunnen die
charmante "boeren zonder grenzen" uit Frankrijk, die we in Bobo
ontmoetten, echt iets betekenen voor de boeren hier?
Zelfs de dijk die men met(ik veronderstel
heel veel) Europese middelen aan het bouwen is in Koumbri; kan die echt een oplossing bieden aan het
dorp, de streek,.. wat betreft het watertekort? Kadert dit project in een
ruimere strategie tegen de verwoestijning?
Vooruitgang
gaat in kleine stapjes, maar hoe kan je zeker zijn dat die in de juiste
richting gaan als je het geheel niet kan overzien?
Stel ik mij te veel vragen? Is
"doen" belangrijker dan "onmachtig toekijken»?
Ik moet erover nadenken, erover
praten met mensen die meer met "de derde wereld problematiek" zijn
bezig geweest.
Ik hoop dat we binnenkort eens
samenkomen met onze reisgezelschap om na te praten, om de foto's te bekijken,
... en misschien om een "plastiekzak-crea-clubje" of andere concrete
projectjes op te zetten.
Groetjes aan
alle bekenden daar, geniet van de zon en tot later.
Martine
Geen opmerkingen:
Een reactie posten