vrijdag 21 februari 2014

DE JONGE BOOMPJES GROEIEN





DE JONGE BOOMPJES GROEIEN

Vorig jaar heeft het oudercomité van de lagere school van Boulzoma een 100tal boompjes geplant op de speelplaats. Maar tijdens het acht maanden durend droogseizoen kunnen die plantjes maar groeien als ze geregeld water krijgen. Daar zorgen nu de leerlingen voor. Om de twee dagen is er een klas die de boompjes moet begieten en dat doen ze met veel zorg.
Daar de schoolpomp momenteel moet hersteld worden, brengen de leerlingen het water van bij hen thuis mee. De foto’s zijn er het bewijs van.
Dat de boompjes goed stand houden in deze droge periode toont dat sommige al boven hun bescherming groeien. 

 


LES JEUNES ARBRES POUSSENT

Le comité des parents de l’école primaire de Boulzoma a planté en septembre 2013 une centaine d’arbres sur la cours de récréation. Mais comment résisterait un jeune arbre pendant les huit mois de la saison sèche, s’il ne reçoit pas de l’eau ? Ce sont les élèves qui ont pris cet engagement.


Les lundis, mercredis et vendredis une des classes de l’école arrose les jeunes pousses avec beaucoup de soin.
Vu que la pompe du puits est pour l’instant gâtée, les enfants sont obligés d’amener l’eau de chez eux. Regarde ces belles images.
Plusieurs arbres sortent déjà de leurs protections ce qui prouve qu’en cette période sèche les arbres tiennent le coup.



woensdag 5 februari 2014

MIJN EERSTE CONFRONTATIE MET AFRIKA




Deze eerste confrontatie met Afrika was voor mij een heel intense maar ook een verwarrende ervaring. Gedurende 3 weken bezochten we verschillende projecten in Burkina Faso.

Ik dacht: ik schrijf Johan wanneer ik, hier in België teruggekomen ben en aan een aantal mensen mijn verhaal heb gedaan over de reis. Dan weet ik misschien welke indrukken zijn komen bovendrijven, maar het blijft moeilijk.
Als mensen mij vragen : "was het leuk ?", kan ik niet zeggen : "ja".
Ik zeg dan dat we veel gezien hebben,dat we veel mensen hebben ontmoet, dat we veel gepraat hebben, dat alles super georganiseerd was, dat het gezelschap helemaal OK was, dat we geen problemen gehad hebben (zoals ongelukjes, ziekte), we hebben ons ook niet onwennig gevoeld in de contacten met de Burkinabe (behalve die ene keer op de markt in Ouagadougou),
Maar zeggen dat deze reis "leuk" was zou voor mij betekenen dat ik onverschillig blijf voor de armoede waarin de mensen in Burkina leven.
Wat was verwarrend?
Mensen leven in armoede :  geen elektriciteit, geen stromend water, geen verharde wegen, geen riolering, geen gevarieerde voeding ... Mensen kunnen geen toekomst opbouwen : er is net genoeg om te eten (of niet ?). Maar een beetje geld verdienen om in een machine te investeren voor bvb de landbouw of in een waterput, of in goed onderwijs voor de kinderen. Het zit er niet in.
Toch had ik niet de indruk dat deze mensen ongelukkig waren. Ik had het hierover met Marie-Claire in het dorp : iedereen heeft zijn plekje, zoekt zijn comfort in kleine dingen.
Terwijl ik dit schrijf voel ik mij al respectloos en denk ik aan een uitspraak van Berlusconi.  Hij vond dat de mensen, die na een aardbeving al maanden in tenten leefden, het nog niet zo slecht hadden, want dit was net als "vakantie".
Ik denk dan: wil ik de realiteit niet zien? Wil ik dit aanvaardbaar maken?
Wat was nog verwarrend?
Ik zocht de ganse tijd naar verantwoordelijkheid.
Als men ons in het dorp de "diguettes" en "de waterreservoirs" toonde, dacht ik : "waarom doet men dit niet al jaren?"
Als men het had over de ongelijke taakverdeling tussen mannen en vrouwen, over respect voor lokale chefs, over geloof en bijgeloof,... dacht ik dat als niet afgeweken wordt van deze tradities, vooruitgang heel moeilijk is.
De aanwezigheid van de talrijke buitenlandse hulporganisaties is ook zo iets.
Telkens we een project bezochten zagen we een beetje "vooruitgang, toekomstperspectief, solidariteit, samen werken in groep, hoop"
Maar dan zagen we ook dat heel wat dingen mank liepen: de kapotte persen in het zeepfabriekje en de parabolen als alternatief voor houtvuurtjes die niet verkocht raakten, het slecht onderhouden van het gemeenschapshuis in Boulzoma, projecten die eigenlijk afhankelijk waren van het buitenland voor de afzetvan hun producten.
Alles is niet zo efficiënt als men zou willen! Heeft dit te maken met ons Westers ongeduld, onvoldoende betrokkenheid van de Burkinabe of onvoldoende rekening houden met de plaatselijke behoeftes, denkpatronen, prioriteiten. Af en toe vond ik het ook gênant hoe afhankelijk van buitenlandse hulp sommige Burkinabe zich opstelden.
Daarnaast vraag ik mij af hoe al die kleine projectjes opwegen tegen het gebrek aan "landelijke" projecten.
En dan de belangrijkste verantwoordelijken in dit alles: de Burkinese staat. Zijn de middelen er echt niet? Blijkbaar had het experiment met Sankara toch een aantal concrete resultaten. We zagen ongehoorde rijkdom in "Ouaga 2000", maar verder niet echt.

Wat is de internationale verantwoordelijkheid? Als ik er met mijn Congolese collega over praatte had hij het over de onlogische opdeling van de landen in Afrika: sommige landen hebben veel natuurlijke rijkdommen en net aan hun grenzen liggen landen die helemaal geen natuurlijke rijkdommen hebben. Hoe komt dit? Het heeft niets te maken met de woonplaats van verschillende volkeren, want die zijn meestal verspreid over de grenzen heen van verschillende landen, wat ook tot conflicten leidt.

Nog een uitspraak van mijn collega : hoe is het mogelijk dat mijn moeder van 70j perfect frans kan lezen en schrijven en mijn neef van 20j analfabeet is ? Volgens hem zijn de Congolezen hiervoor volledig verantwoordelijk: corruptie, onkunde, weigeren technische steun vanuit het Westen omwille van misplaatst eergevoel.

Oei, oei, waartoe leidt deze gedachtegang mij? Ik ben een leek in gans deze problematiek ... ik ben er in het verleden al mee bezig geweest, maar weet toch bitter weinig.

En dat leidt mij naar een volgende verwarrende gedachte : waar is de deskundigheid van al het ontwikkelingswerk?
Kunnen die charmante "boeren zonder grenzen" uit Frankrijk, die we in Bobo ontmoetten, echt iets betekenen voor de boeren hier?
Zelfs de dijk die men met(ik veronderstel heel veel) Europese middelen aan het bouwen is in Koumbri;  kan die echt een oplossing bieden aan het dorp, de streek,.. wat betreft het watertekort? Kadert dit project in een ruimere strategie tegen de verwoestijning?
Vooruitgang gaat in kleine stapjes, maar hoe kan je zeker zijn dat die in de juiste richting gaan als je het geheel niet kan overzien?
Stel ik mij te veel vragen? Is "doen" belangrijker dan "onmachtig toekijken»?
Ik moet erover nadenken, erover praten met mensen die meer met "de derde wereld problematiek" zijn bezig geweest.
Ik hoop dat we binnenkort eens samenkomen met onze reisgezelschap om na te praten, om de foto's te bekijken, ... en misschien om een "plastiekzak-crea-clubje" of andere concrete projectjes op te zetten.
Groetjes aan alle bekenden daar, geniet van de zon en tot later.
Martine

PS Het delen van de reiservaringen zijn zeer belangrijk. De realiteit is inderdaad niet zo zwart-wit, vandaar het verwarde gevoel.We hebben veel gezien maar het was meestal een momentopname. De realiteit is zoals een ijsberg. Negen tienden zit verborgen onder water. Tot weldra  Johan